Ah, de correctieronde. In theorie een laatste polijstbeurt, in de praktijk een bodemloze put vol verrassingen. Elke grafisch vormgever kent ‘m, vreest ‘m en hoopt stiekem dat ‘ie snel voorbij is. Maar correctierondes hebben een eigen wil. Ze groeien, ze muteren, en voor je het weet, zit je vast in een eindeloze loop van ‘kleine aanpassingen’.
Zonder duidelijke grenzen kunnen ze eindeloos doorgaan
De eerste correctieronde: nog hoopvol
Je levert je ontwerp in, met een lichte spanning. Want ja, jij weet dat het er goed uitziet, maar de klant moet nog z’n zegje doen. Dan komt de eerste correctieronde binnen. Best logisch: een verkeerd gespelde naam, een verschoven logo, een kleurtje nét iets te fel. Prima, geen paniek, dit fixen we even. Vanuit mijn inzichten en ervaring kom ik altijd met goede argumenten waarom iets beter wél of net niét aangepast wordt.
De tweede correctieronde: de twijfelfase
De klant kijkt met een nieuwe blik. “Kan het logo toch een tikkeltje groter?” “Kunnen we die blauwe tint net iets warmer maken?” Oké, dat kan. Maar wacht, was dat niet precies de kleur die je bij de eerste correctieronde hebt aangepast? Hier beginnen de eerste tekenen van correctie-uitputting op te treden.
De derde correctieronde: de ‘gooi-alles-om’-fase
De klant heeft de vorige versie laten zien aan een collega, de buurvrouw en een verre neef die ‘ook iets met design doet’. En plots komt daar een mail met: “We willen toch een heel andere sfeer.” Je slikt, haalt diep adem en klikt op ‘antwoord’. Tijd voor diplomatie. “Is de buurbrouw jouw doelgroep?” Gelukkig zijn dit zaken die ik ook vantevoren kortsluit in mijn offertes.
De vierde correctieronde: “Toch nog een paar dingetjes…”
De klant mailt laat op de avond. “Sorry, we hadden nog één kleine aanpassing gezien!” Uiteindelijk zijn het er tien. En ze zijn allemaal subjectief. “Kan het een tikkeltje speelser? Een beetje meer pit?” Je vraagt je af of je dit met een typografische ingreep oplost of dat je gewoon een scheut tabasco over het scherm moet gooien.
De vijfde correctieronde: de wanhoop nabij
Je hebt het gevoel dat je een tijdlus bent binnengestapt. Je herinnert je vaag dat er ooit een eerste versie was, maar die ligt inmiddels ver achter je. Je doet wat de klant vraagt, zonder nog vragen te stellen. Is dit nog jouw ontwerp? Wie ben je? Waar ben je? Waarom? Nee, gelukkig komt dit bij mij niet vaak voor – geleerd met schade en schande.

Correctierondes hoeven geen noodzakelijk kwaad te zijn
De zesde correctieronde: het eeuwige limbo
Net als je denkt dat het voorbij is: “Oh, we zagen toch nog één dingetje…” En dan weet je: je zit gevangen in de correctieronde der correctierondes. Niemand weet meer waarom deze wijzigingen nodig zijn, maar we doen ze toch. Gewoon, omdat het kan. Euh… Zo werkt het niet.
De eindfase: het loslaatmoment
Plots gebeurt het ondenkbare. Een mail met: “Ja, zo is ‘ie goed!” Je weet niet of je moet huilen of juichen. Maar één ding weet je zeker: dit ga je vieren met een stevige kop koffie. Of een borrel. Of beide.
Conclusie: Correctierondes horen erbij – maar met mate
Correctierondes zijn een noodzakelijk kwaad, maar zonder duidelijke grenzen kunnen ze eindeloos doorgaan. De truc? Duidelijke afspraken, een beperkt aantal correctierondes met concrete feedback, op de juiste manier. Ik geef het altijd goed aan in mijn offertes. En af en toe een gezonde dosis humor. En als een klant toch blijft hangen in versie nummer 37? Dan stuur ik gewoon deze blog als subtiele shint.
• Interesse gewekt? Contacteer me voor een gratis kennismakingsgesprek.