De folder zit als drukwerk zo’n beetje tussen de flyer en de brochure. In tegenstelling tot een flyer heeft een folder door de vouwwijze meerdere zijden. De vouwwijzen van folders zijn voor sommigen net zoiets als papier sorteren tijdens een orkaan. Maar dat hoeft niet.
Wat is een folder en waarvoor gebruik je hem?
Een folder bestaat eigenlijk uit één vel bedrukt papier dat één of meerdere malen is gevouwen. Het woord komt van het Engelse ‘to fold’ (vouwen). Het synoniem is dan ook ‘vouwblad’.
Terwijl een flyer eerder bedoeld is om reclame te maken voor een specifieke aanbieding, kun je in een folder meer informatie kwijt omdat deze meerdere pagina’s heeft. Toch is een folder handig en gemakkelijk te verzenden, zodat hij zelfs in een envelop past.
Folders worden vaak uitgedeeld om aanvullende informatie mee te geven tijdens een bezoek aan een bedrijf of beurzen of bij aankoop van een bepaald product. Het belangrijkste punt bij het ontwerpen en vormgeven van een folder is daarom een goede indeling. Die is namelijk bepalend voor hoe je lezers de door jou aangeboden informatie opnemen.
Er zijn verschillende vouwwijzen:
1/ Enkele vouw
De enkele vouw is de eenvoudigste vouwwijze die er bestaat. Het papier wordt één keer in het midden omgevouwen, zodat er vier pagina’s ontstaan: twee aan de binnenzijde, twee aan de buitenzijde. Het papier wordt een keer in het midden gevouwen. Gebruik je papier in het formaat A4, dan krijg je dus een A5 folder met vier zijden. Het papier wordt een keer in het midden gevouwen. Gebruik je papier in A4- formaat, dan krijg je dus een A5 folder met vier gelijke zijden.
2/ Luikvouw
Een luikvouw is, zoals de naam impliceert, een ‘luik’ die je open doet om de inhoud van de folder te bekijken. Dit luik ontstaat door de buitenste twee delen van het papier naar het midden te vouwen, zodat er zes zijden ontstaan. Het papier wordt op gelijke afstanden gevouwen tot een even aantal zijden en als de luikjes van een raam dichtgevouwen.
3/ Kruisslag
Het papier wordt één keer in de breedte en een keer in de lengte gevouwen. De vouwlijnen vormen een kruis als de folder open is.
4/ Parallelvouw
Het papier wordt steeds in het midden en in dezelfde richting gevouwen. Een parallelvouw levert 8 zijden op, bij een dubbele parallelvouw krijg je 16 zijden.
5/ Wikkelvouw
Met een wikkelvouw wordt het papier steeds in dezelfde richting omgevouwen. Zo ontstaat een folder waarvan het papier als een spiraal naar binnen is gewikkeld. De zijden worden op gelijke afstanden gevouwen en in elkaar gewikkeld. Een zijde wordt tussen de beide anderen zijden verstopt. De zijden worden op gelijke afstanden gevouwen en in elkaar gewikkeld. Één zijde wordt tussen de beide anderen zijden verstopt. Zo krijg je een folder met zes gelijke zijden.
Being an adult is like folding a prescription sheet. No one really knows.
6/ Zigzagvouw
Bij de zigzagvouw worden de zijden van een folder, in tegenstelling tot de wikkelvouw, met een wisselende richting gevouwen. Zo ontstaat een vouwwijze die ook als de harmonicavouw bekend staat. De positie van de voor- en achterkant zijn bij deze vouwwijze niet altijd op dezelfde plaats. Deze bepaal je door het aantal vouwen te tellen. Het papier wordt op gelijke afstanden gevouwen en zigzag op elkaar gestapeld, net als bij een trekharmonica.
Het papier wordt op gelijke afstanden gevouwen en zigzag op elkaar gestapeld, net als bij een trekharmonica. Dit resulteert in een folder met acht gelijke zijden
De vouw bepaalt de opmaak
Want de manier waarop drukwerk opgemaakt wordt, wordt bepaald door de manier waarop je het vouwt. Als je hebt gekozen voor een bepaalde vouwwijze, dan maak je het beste eerst een model van een A4’tje. Dat helpt je bij het indelen en vormgeven van je folder en voorkomt dat je de zijden met elkaar verwisselt bij het opmaken.
Het is vaak niet eenvoudig om te bepalen welke vouwwijze de beste is. Kom je er niet uit? Laat het gerust aan mij over. Wanneer ik jouw folders ga samenstellen kies ik de beste optie.
